Mobiliteitsbonus: Stimulering tot € 500 voor elektrische fietsen en microvoertuigen

Gisteren keurde de Ministerraad eindelijk het Herlanceringsdecreet goed, een pakket maatregelen ter bevordering van duurzame mobiliteit. Laten we eens in detail kijken naar alle nieuwe bepalingen in artikel 205 van het nieuwe document, dat de oorspronkelijke versie van 11 mei enigszins wijzigde en de langverwachte "Mobiliteitsbonus" introduceerde.

€ 500 Mobiliteitsbonus

De "mobiliteitsbonus", waar alle liefhebbers van "schone" tweewielers en professionals uit de industrie al lang op hebben gewacht, geldt voor de aankoop van fietsen en elektrische micromobiliteitsvoertuigen tussen 4 mei 2020 en 31 december 2020. De regering heeft € 120 miljoen op tafel gelegd (veel meer dan de € 70 miljoen die in het ontwerp was voorzien), die zal worden uitgekeerd voor een maximaal vergoedbaar bedrag van € 500, met een dekkingspercentage van 60% . Dit betekent dat er minimaal € 833 moet worden uitgegeven om volledig te profiteren van de € 500, ongeveer 10% minder dan enkele dagen geleden werd aangekondigd door Paola De Micheli , minister van Infrastructuur en Transport. Bijvoorbeeld, voor de aankoop van een elektrische scooter van € 399 zou de beschikbare bonus ongeveer € 240 dekken, waardoor het verschil van ongeveer € 159 door de klant moet worden betaald. Wie heeft recht op de bonus? De directe begunstigden van de mobiliteitsbonus zijn alle volwassenen woonachtig in regionale hoofdsteden , metropolen , provinciehoofdsteden en gemeenten met meer dan 50.000 inwoners. Welke voertuigen vallen onder de bonus? De bonus dekt de aankoop van milieuvriendelijke voertuigen zoals traditionele fietsen , fietsen met trapondersteuning en andere soorten voornamelijk elektrisch aangedreven persoonlijke mobiliteitsvoertuigen (scooters en diverse snelheidsboosters). Het omvat ook gedeelde mobiliteitsdiensten voor individueel gebruik , zoals deelfietsen en/of deelscooters , maar autodelen is uitgesloten. Let op! Een opmerking in de bepaling specificeert dat " de mobiliteitsbonus slechts één keer en uitsluitend voor een van de beoogde doeleinden kan worden aangevraagd."

Welke veranderingen in de Wegenverkeerswet

De belangrijkste vernieuwing die het besluit beoogt, is de invoering van een " fietsstrook " in de Wegenverkeerswet, een stopstreep voor fietsen ten opzichte van de stopstreep voor alle andere voertuigen. Het doel is duidelijk om meer veiligheidsgaranties te bieden voor tweewielers, aangezien deze wordt aangelegd " langs wegen met een toegestane snelheid van 50 km/u of minder, zelfs als deze meerdere rijstroken in elke richting hebben, en op een afstand van ten minste 3 meter van de stopstreep voor gemotoriseerd verkeer ." Het besluit definieert de " fietsstrook " expliciet in de Wegenverkeerswet als " het longitudinale gedeelte van de rijbaan, gelegen aan de rechterkant, afgebakend door een onderbroken witte lijn, begaanbaar en voor gemengd gebruik, geschikt voor het verkeer van fietsen in dezelfde richting als andere voertuigen en gemarkeerd met het symbool van een fiets." Een deel van de normale rijstrook is nu exclusief bestemd voor fietsen, waardoor vermenging van verkeer met andere voertuigen wordt voorkomen, wat de veiligheid en de doorstroming verbetert. Het hervormingspakket wordt gecompleteerd door de aanstelling van een mobiliteitsmanager (verantwoordelijk voor de mobiliteit van bedrijven), met als doel nieuwe vormen van duurzame mobiliteit te bevorderen , geïntegreerd met een algemene verbetering van de verkeerscongestie en een vermindering van de vervuilingsniveaus. Deze rol is bedoeld voor bedrijven en overheidsdiensten en is verplicht voor entiteiten met meer dan 100 werknemers in de bovengenoemde gebieden die onder de hervorming vallen (regionale hoofdsteden, grootstedelijke steden, provinciehoofdsteden en gemeenten met meer dan 50.000 inwoners). Ter afsluiting van de nieuwe maatregelen moet worden opgemerkt dat er momenteel geen duidelijke indicatie is van de middelen die aan gemeenten zullen worden toegewezen voor de aanleg van fietspaden tijdens fase 2, waarvan de werkzaamheden in sommige steden al zijn begonnen. Een ander pijnpunt betreft de tweerichtingsfietsregel, die fietsers in beide richtingen laat reizen, die niet in het besluit is opgenomen en die het verkeer tijdens de herstartfase zou hebben gestroomlijnd. Hetzelfde geldt voor busbanen die openstaan voor fietsers, schoolstraten en snelheidscontroles in de stad.